Voordat je werkelijk begint met het vormen van een opinie, lees je je als CRO in. Bij het inlezen kun je vaststellen dat er vele jaren is gesproken over het akkoord. Er zijn eindeloos aanpassingen gedaan in de voorstellen, maar de voorstellen zijn er niet eenvoudiger op geworden. Integendeel. Je krijgt niet makkelijk antwoorden op de vragen die je hebt gesteld. Zeker niet eensluidend.
Verder lijken er verschillende kampen te ontstaan. Het kamp dat voor is en het kamp dat tegen is. De kampen bestaan binnen de politiek, binnen de wetenschap en binnen de zittende en gewezen pensioenfondsbestuurders.
Je leest bijvoorbeeld op 9 november een interview met Kellerman (voorzitter PFZW), die zegt dat er veel is gerekend en dat daarom de deelnemers er met het nieuwe NPS op vooruitgaan.
Vanuit een ander kamp wordt er op 31 oktober (vlak voor een geplande behandeling in het parlement) een stuk door een aantal academische en bestuurlijke zwaargewichten aan de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer verzonden. Daarin wordt gesteld dat het stelsel te complex is, de uitvoeringsproblemen onderschat worden, er zeer ongewisse pensioenuitkomsten resulteren door de huidige economische en financiële omstandigheden en tot slot dat de rentegevoeligheid blijft, wat bij individuele toerekening van rendementen tot veel onbegrip zal leiden. De brief is ondertekend door bekende academische en bestuurlijke zwaargewichten[1].
Toch dendert de trein door. Op 29 november komt het Advies van de Commissie Parameters. Dat advies komt er met een opvallende vertraging.
Dan is er op 6 december een opiniestuk van Jelle Mensonides en Jean Frijns, ‘Advies van Commissie Parameters stelt teleur’, Me Judice, 6 december 2022. Het gaat onder andere om Hoogleraar Beleggingen Jean Frijns die tussen 1993 en 2005 verantwoordelijk was voor de beleggingen van ABP. De kritiek in dat stuk betreft vooral de gekozen historische periode door de commissie parameters en vooral de vraag of deze periode representatief is. Met name rondom inflatie is er twijfel over de representativiteit van de voorstellen van Commissie Parameters.
Daarnaast concluderen ze: ‘Ook ditmaal leunt de Commissie zwaar op formele, sterk mathematische modellen, slechts toegankelijk voor een kleine groep experts, met een minimum aan empirische toetsing. Parameterschattingen van het nieuwe model met de statistische foutenmarges zijn niet bekend.’
Op 12 december stuurt de Minister van Sociale Zeken en Werkgelegenheid (Mw. C. Schouten) een notitie aan Tweede kamer: Impactberekeningen Commissie Parameters 2022 door DNB en pensioenfondsen. In deze notitie worden voor een vijftal pensioenfondsen berekeningen getoond. In deze notitie staan verschillende tabellen. In deze notitie wordt het huidige stelsel met het nieuwe vergeleken qua (mediane) verwachting en in een goed en slecht weer-scenario.
De tabellen laten over het algemeen uitkomsten zien die een verbetering zijn van het pensioen in het nieuwe stelsel versus het huidige stelsel. Een goede intuïtieve uitleg hoe de resultaten kunnen bestaan ontbreekt.