Onder druk wordt alles voelbaar

By Pim Poppe, Managing Partner

In de zomer van 2012 deed de ‘Whatever it takes’ belofte van Draghi de eurozone stabiliseren. In de zomer van 2020 is op 21 juli 2020 om half zes ’s morgens een budget-akkoord voor de EU gesloten dat door velen als historisch wordt omschreven. Wat niet mogelijk leek, gebeurde toch. Mogelijk wordt dit akkoord een even belangrijk draaipunt voor de geschiedenis van Europa.

In een notendop het akkoord

Verleden week is er een belangrijk budgettair akkoord gesloten voor de Europese begroting. Belangrijk is het NGEU-Fund van € 750 miljard dat is ontworpen om te herstellen van de covid-19 recessie. Belangrijke kenmerken:

1. De Europese Commissie zal op een ongekende manier aanvangen met het inlenen van geld (€ 750 miljard) en daarmee profiteren van sterke kredietwaardigheid.

2. Het fonds sluist voor € 390 miljard aan subsidies en € 360 miljard aan goedkope leningen door naar de lidstaten.

3. Lidstaten moeten goed onderbouwde plannen maken die door de Europese Commissie moeten worden goedgekeurd.

4. Er is een noodrem-procedure waarbij ieder land de uitgavenplannen van een ander land ter discussie kan stellen.

5. Het herstelfonds is in ontwerp eenmalig.

6. De onderhandelingen over dit akkoord waren hard, materieel en langdurig, maar er is een akkoord gekomen.

Het ontwerp van Europa: verbeterde balans tussen de monetaire en budgettaire gereedschapskist

Al tijdens het verdrag van Maastricht, dat in 1993 werd gesloten en waarbij de basis werd gelegd voor de Europese muntunie, was er een debat binnen de wetenschap en de beleidsmaker over de mogelijke problemen van het hebben van een muntunie met één monetair beleid bij afwezigheid van gemeenschappelijk budgettair beleid. Economische schokken die slechts een deel van de Europese economie treffen, zouden niet met monetair beleid gepareerd kunnen worden, maar wel met budgettair beleid in de vorm van automatische stabilisatoren en discretionair beleid. Dit was volgens velen een probleem. Het debat over het ontbreken van de budget stabilisator in de muntunie verdampte in het ogenschijnlijke succes van de euro. De zwartkijkers hadden ongelijk, zo leek het. Toen kwam de grote financiële recessie in 2008, deze had overduidelijk een asymmetrisch effect op landen. Dit resulteerde in grote pijn voor Griekenland, Italië, en Ierland. Uiteindelijk stond met de schuldencrisis ook de muntunie op het spel. De lidstaten waren samen, maar toch ook weer niet als het er op aankwam. Nu, door Corona, is een belangrijke eerste stap gezet naar verdere budgettaire integratie. Het vertrouwen in de euro zal hierdoor versterken en, wat belangrijker is, er is meer maatwerk mogelijk met de nieuwe gereedschappen in de budgettaire gereedschapskist dan met het lompe monetaire instrumentarium.