Een rijke Robin Hood?
Door Renze Munnik, Senior Risk Management Consultant
Uiteindelijk is het er dan. Het belastingakkoord van de G7. Goed, het is de G7 en dus nog lang niet alle landen, maar het begin is er. Bedrijven moeten eerlijke belastingen gaan betalen. En de belastingen moeten eerlijk worden verdeeld. Al jarenlang zijn de (rijke) landen verwikkeld in een spel rondom belastingen. Met name de belastingen voor grote – of in ieder geval kapitaalkrachtige – ondernemingen. Zie bijvoorbeeld ook de discussie rondom de dividendbelasting in Nederland. Hoe zorg je er als land voor dat bedrijven jouw kiezen om belasting te betalen en niet een ander land? Nou, door middel van een ‘aantrekkelijk ondernemingsklimaat’. Oftewel: lage belastingen. De (rijke) bedrijven kiezen daarom voor specifieke activiteiten om die in jouw land te laten ‘plaatsvinden’.
Eigenlijk vinden ze daar doorgaans helemaal niet plaats, maar met een beetje creativiteit lijkt het op papier – en dus voor de belastingdiensten – wel zo. Resultaat: meeste van deze constructies zijn geheel legaal, maar toch wordt er niet belast op de plek waar dat eigenlijk het meeste redelijk zou zijn. Dat is een race naar de bodem geworden: steeds lagere tarieven (voor specifieke typen belasting), om zo een concurrentievoordeel te behalen ten opzichte van de andere landen. Je wilt als land immers het laagste tarief hebben, maar dat wil dat andere land ook. Het tarief wordt steeds lager.